Jan Van Acker
Nieuws
Bulle

"Voortschrijdend inzicht" heet dat zeker? Wanneer je iets uit een andere invalshoek bekijkt, zie je soms dingen die je eerder niet zag en die historische "feiten" in een andere context plaatsen. Dat geldt zelfs voor een pauselijke bul die we recent nog gebruikten bij het onderzoek over de derde abt, Idesbald, en waarvan je zou denken dat die al in het lang en het breed bestudeerd is. 

Die bul is het allereerste pauselijk document voor de Duinenabdij. Ze dateert van 7 februari 1165 en bevestigt voor abt Idesbald de bezittingen. Het stuk is in origineel bewaard in het Brugse Grootseminarie, al ging het loden zegel verloren. Twee jaar geleden kon je het bekijken in de tentoonstelling “Idesbald en de 1000 skeletten”, over begravingen, memorie en onderzoek op stoffelijke resten in de abdij.

Veel aanwinsten gebeurden in die tijd van hand tot hand, zonder een geschreven akte. Een periodieke bevestiging door een kerkelijke vorst zoals de paus of een bisschop, of door een wereldlijke vorst zoals de graaf van Vlaanderen, maakte dat een abdij haar bezit juridisch vastgelegd zag. Al zou dat vandaag voor een rechtbank wellicht niet stand houden: alles staat of valt met de lijst bezittingen... die de abdij zelf opstelde en dan gewoon voorlegde ter bevestiging!   

Vorig jaar werd in Sint-Winoksbergen (Bergues in Frans-Vlaanderen) een colloquium georganiseerd over de heilige Winok en vooral de gelijknamige abdij. De organisatoren, het Comité flamand de France en diverse Noord-Franse universiteiten, vroegen het Abdijmuseum om de verhouding van de St.-Winoksabdij met de Duinenabdij toe te lichten, want de cisterciënzers bezaten in Synthe bij Duinkerke hun grootste uithof in de Westhoek. Dat is in een gebied waar Sint-Winoks traditioneel tienden inde, een kerkelijke belasting. De komst van Ten Duinen leidde tot een groot conflict, want de cisterciënzers claimden hiervan vrijgesteld te zijn.

De stukken van Ten Duinen hierover kenden we al. Op dezelfde dag als de bul voor Ten Duinen schreef de paus aan de abdij van Sint-Winoksbergen en aan het Veurnse Sint-Walburgakapittel, dat ze moesten ophouden van de Duinenabdij tienden op het veevoeder te eisen. Het is duidelijk: Ten Duinen had met succes de paus benaderd.

Voor het colloquium bekeken we daarnaast ook het archief van de St.-Winoksabdij. En wat blijkt? Minder dan een week later, op 13 februari 1165, kregen die benedictijnen een eigen pauselijke bevestiging van hun bezit, waaronder de tienden. Met andere woorden: beide instellingen wapenden zich met pauselijke documenten voor het conflict dat losbarstte. En omdat paus Alexander III door omstandigheden in de Franse stad Sens verbleef, konden ze hem vlot benaderen en elk hun rechtstitels krijgen - zonder dat de pauselijke administratie er een tegenstrijdigheid in zag.

De afloop is bekend: er werd een 'compromis' gesloten, dat beide abten netjes bezegelden en waarvan elk een exemplaar meekreeg. Nou ja, compromis: als je het er op na leest, is dat voor Ten Duinen een nederlaag. De Duinenabdij moest wél tienden betalen; alleen veevoeder werd vrijgesteld.                           

Toen Jan De Cuyper zijn bekende boek over Idesbald schreef, beschouwde hij dat als toegevingen van de zachtmoedige Duinenabt - alvast een vooropname van Idesbalds ‘heilig karakter’. Maar als je alles samen legt, komt er een ander beeld naar voor. Idesbald ging wel degelijk de strijd aan: hij liet niet zomaar over zich heen lopen en zorgde als eerste voor de steun van de paus. Maar hij moest in het zand bijten tegenover de oudere rechten van de benedictijnen - gesteund door dezelfde paus!

Pas onder de opvolgers van beide abten lijken de relaties tussen beide instellingen enigszins genormaliseerd. Al heb je soms de indruk dat het nooit tot hartelijke betrekkingen tussen de beide kerkelijke grootmachten gekomen is… - maar dat is eens voor later.