Jan Van Acker
Museumverhalen
grisaille van Hulst (C) Grootseminarie Brugge

Verkiezingen: ze beheersen constant het nieuws. Kort geleden op gemeentelijk en provinciaal vlak en straks federaal en Vlaams voor ons, net nog in Brazilië en de Verenigde Staten… Met kiessystemen die allemaal “democratisch” zijn, maar toch behoorlijk van elkaar afwijken. Hoe deed men dat in de middeleeuwse Duinenabdij? Over de abtsverkiezing in 1305 licht een bijzonder merkwaardig Duinenhandschrift ons in: de Codex Dunensis.

De Codex Dunensis wordt bewaard in de Openbare Bibliotheek van Brugge (nr. 418). Het is een dik register met allerlei kopieën, vooral over de abdijen Ten Duinen en Ter Doest, uit de late 13de en vroege 14de eeuw. Een van de opgenomen stukken beschrijft tot in detail de abtsverkiezing van Willem van Hulst in 1305, en dat is uitzonderlijk - zeker voor de Duinenabdij.

De vorige abt was Thomas de Sittere (zijn wapen zie je hieronder). Hij was aangetreden in 1301/1302, in de periode dat Frankrijk probeerde een zelfstandig Vlaanderen te elimineren. De Duinenabt koos in dat conflict de kant van de Franse koning. Na de Guldensporenslag moest de Sutter daarom de wijk nemen naar Parijs, maar hij legde nooit officieel zijn staf neer. Daar is hij overleden in 1305.

vermeend wapen abt de Sittere (18de e.) (C) Grootseminarie Brugge

We weten niet hoe Ten Duinen te weten kwam dat abt Thomas overleden was. De abt van Clairvaux, de moederabdij van Ten Duinen, nam het initiatief om in de vervanging te voorzien. Hij stuurde hiervoor een abt naar Koksijde. Wie dit was, is onbekend, want de Codex Dunensis (zie de afbeelding hieronder) geeft de naam niet. Wellicht deed die er weinig toe omdat de kopie bedoeld was als een model, en bij hergebruik moesten alle namen toch aangepast worden. We noemen hem maar abt X.

Codex Dunensis (C) OB Brugge, Ms 418

Abt X riep voor de verkiezing alle monniken op, ook wie in de uithoven of elders was. Zij verzamelden in het kapittel. Conform de regels van de orde duidde de prior (na de abt de belangrijkste functie) met instemming van de subprior en de cellerarius (de keldermeester-econoom) een aantal ‘electores’ (kiesmannen) aan. Hoeveel precies wordt niet gezegd, en we weten ook niet of daar kandidaat-abten bij zaten. Hun taak was het om namens de gemeenschap de nieuwe abt te kiezen. Abt X deed daarna een oproep: wie iets negatiefs over de electores te zeggen had, kon dat nu doen. Niemand? Dan werden de electores in het kapittel door abt X aangesteld, met de abtskeuze belast en ingezworen. Hun taak werd precies omschreven: in eer en geweten, op hun zielenheil, met alleen God voor ogen, kiezen wie het bekwaamst was om de abdij te leiden in geestelijke en wereldlijke zaken.

De electores trokken zich voor overleg terug in de kerk - de meest sacrale ruimte van de abdij. Unaniem kozen ze voor subprior Willem van Hulst (een van de kiesmannen!), en ze verantwoordden zelfs hun keuze: van Hulst was van rijpe leeftijd (meer dan 30 jaar oud, zoals voor abten voorgeschreven), van goede levenswandel, belezen, met een goede faam, integer in geestelijke en wereldlijke zaken, gezond, én hij wist zorg te dragen voor de rechten van de abdij. (Dat laatste kan best kloppen: wellicht zorgde van Hulst voor het eerste cartularium of oorkondenboek van de abdij waarin allerlei rechtstitels opgenomen werden. Een afbeelding daarvan zie je hieronder).

Cartularium uit de periode van subprior of abt van Hulst (C) Grootseminarie Brugge, Hs., 169-34

Naast abt X was ook de abt van Ter Doest ter plaatse. Zij onderzochten nu de verkiezing: hadden de electores wel uit vrije wil gekozen, was alles verlopen zoals moest? Alles leek in orde en dus trokken de abten naar het kapittel en deelden ze er vol vreugde de abtskeuze mee. Meteen stelden ze, onder aanroeping van Gods naam, Willem van Hulst aan tot abt van Ten Duinen. Daarna trok heel de gemeenschap onder het zingen van “Te Deum laudamus” met de nieuwe abt naar de kerk, waar hij geïnstalleerd werd. Tenslotte maakten abt X en de abt van Ter Doest van dit alles een verslag op, dat zij met hun zegel waarmerkten.

De tekst in de Codex Dunensis (fol. 59v), in 1875 gepubliceerd door baron Kervyn de Lettenhove (p. 16-18), is merkwaardig gedetailleerd; hij is de vroegste die ons zo uitvoerig over een abtsverkiezing in Ten Duinen informeert. Het systeem met de electores kwam elders nog voor, wellicht ook omdat de gemeenschap te groot was om alle monniken individueel te ondervragen. Bij de verkiezingsdossiers van de 17de en de 18de eeuw gebeurde dat wel, en soms vang je tussen de regels een glimp van de interne keuken op: je herkent fracties en tegenstellingen binnen de gemeenschap, individuele ambities en soms zelfs echte intriges of machinaties. Want hoewel van de Heilige Geest de nodige inspiratie verwacht werd, waren het uiteindelijk toch de monniken zelf, mensen, die hun nieuwe spirituele en wereldlijke leider verkozen.

vermeend wapen van abt van Hulst (18de e.) (C) Grootseminarie Brugge

Bij het aantreden van Willem van Hulst (zie afbeelding bovenstaand wapen) zat de abdij in slechte papieren, o.m. door de moeilijke verhouding tot de graven van Vlaanderen - die waren de politieke gezindheid van Willems voorganger niet vergeten. Onder van Hulst zou de situatie wat verbeterd zijn, maar uiteindelijk legde hij na twaalf jaar zijn functie neer. Moegestreden? Zijn opvolger Lambrecht Uppenbroeck kwam uit Clairvaux en zou drie keer zo lang aan de macht blijven. Misschien was dat een van de redenen waarom hij heel wat kon realiseren en nu als een van de belangrijkste middeleeuwse abten van de Duinenabdij geldt.